In de 15de en 16de eeuw stonden in Warmond twee kloosters: het mannenklooster Mariënhaven en het vrouwenklooster Sint Ursula.

Klooster Sint Ursula werd gesticht in 1410. Dit gebeurde in opdracht van de heer van Warmond, ridder Jan van den Woude. Net als het mannenklooster werd het vrouwenklooster verwoest bij het beleg van Leiden in 1573.
Uit de geschreven bronnen is bekend dat het vrouwenklooster een omvangrijk complex was. Daar stonden allerlei gebouwen zoals een eetzaal, slaapcellen, een priesterhuis, een paar molens, opslagplaatsen, een brouwerij, een kaashuis, een slachthuis, een kloosterboerderij met stallen, en ook beschikte het klooster over een boomgaard.
Hoewel het tegendeel wel eens beweerd is, maken de bronnen duidelijk dat het vrouwenklooster ook een eigen kloosterkerk had. Dit neemt niet weg dat de zusters ook contact hielden met de parochie: via een overdekte galerij konden de nonnen ongezien makkelijk naar de dorpskerk lopen.

Genoemde galerij leek lange tijd een twijfelachtige legende. Maar bij een opgraving van Historisch Genootschap Warmelda werd die toch gevonden! Popco Bakkers wist de laatste resten daarvan in 1965 terug te vinden. In 1975 werd de gang uiteindelijk in zijn geheel uitgegraven.
Bij het graven van een sleuf dwars door het terrein voor een telefoonkabel, kwamen in 1981 nog meer resten aan het licht. Men vond toen gedraaid aardewerk, baksteen, mortel, tufsteen en kloostermoppen.

Kloostermoppen waren zeer grote bakstenen, die naar de heersende opvatting kort vóór 1200 door kloosterorden werden uitgevonden. De kloostermop, waarmee zowel kastelen als kloosters werden gebouwd, had in het begin dezelfde grootte als de geïmporteerde tufstenen uit de Eifel. Later ging men kleinere stenen bakken, omdat die beter hanteerbaar waren.
De kloostermoppen die op het kloosterterrein zijn gevonden, behoorden tot een gebouw dat daar al stond vóórdat het klooster gesticht werd: het oudste kasteel van de heren van Warmond, dat daar al in de 13de eeuw wordt vermeld.

Meer duidelijkheid over de inrichting van het terrein kwam pas in 2003. In dat jaar deed archeologisch bureau RAAP uitgebreid verkennend onderzoek op het kloosterterrein. Bijna 70 boringen werden uitgezet. Daarbij werd duidelijk dat de kloostergebouwen vooral aan de zuidzijde van het terrein te vinden waren. Hierop verrichte RAAP daar weerstandsmetingen, die structuren in de grond zichtbaar maakten. In een poging om het uiterlijk van het klooster te reconstrueren, zijn deze metingen door Warmelda in verband gebracht met de geschreven bronnen. De voorgestelde reconstructie is hierbij afgebeeld.