Het middeleeuwse kasteel Alkemade was lange tijd een mysterie. Men wist wel ongeveer waar het gestaan heeft: ergens rond Wasbeeklaan 31, ten noorden van Warmond. Maar de exacte ligging was niet bekend. Evenmin was duidelijk hoe oud het kasteel was, hoe het eruit zag, en wanneer het precies verdwenen is. Er was dus veel onduidelijk!
Het jaar 2012 bracht daar verandering in. Door diepgaand brononderzoek wisten Mathieu Fannee en André van Noort (Historisch Genootschap Warmelda) de exacte locatie te achterhalen. Hierop besloot de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort (RCE) onderzoek ter plaatse te verrichten.
Het eerste wat de archeologen tijdens hun onderzoek opviel, was het bodemprofiel. Ze stelden vast dat er in het veen door mensen was gegraven. De ingraving had een V-vorm waarvan de bovenkant zo’n 6 meter breed was: dit was één van de slotgrachten! Het kasteel blijkt twee concentrische slotgrachten te hebben gehad.
De slotgrachten werden gescheiden door (afgevlakte) aarden wallen. Het geheel van grachten en wallen omringde het kasteel: dit waren verdedigingswerken. Bij Hollandse kastelen waren slotgrachten heel gangbaar. In het natte Holland waren met water gevulde grachten namelijk hét middel om aanvallers op afstand te houden.
Binnen deze dubbele omgrachting lag het eigenlijke kasteelterrein. Op een diepte tussen 1,5 en 1,0 meter onder NAP vonden de archeologen daar een dikke puinlaag met bakstenen uit de 13de en 14de eeuw. Het betrof de resten van een versterkte woontoren met rond grondplan.
De ronde vorm van de toren is erg opvallend, want nagenoeg alle middeleeuwse woontorens hadden een rechthoekige plattegrond. Waarom hier voor een afwijkend grondplan gekozen is, is onbekend.
Het ronde grondplan was overigens al veel eerder waargenomen. Volgens de oude bronnen waren Warmonders hier in 1751 bij graafwerkzaamheden reeds op deze muurresten gestoten. Helaas had toen niemand het idee gehad om voor ons de exacte locatie te noteren. Maar al het onderzoek uit 2012 heeft dit goed gemaakt.
De puinlagen met baksteenresten die op het kasteelterrein werden aangetroffen hadden iets bijzonders. Er was namelijk sprake van een combinatie van zeer mortelrijke lagen met schoongebikte bakstenen. Dit maakt duidelijk dat men bij de afbraak van het kasteel het doel had om de bakstenen elders te hergebruiken.
Dit is bij de andere verdwenen kastelen in Warmond ongetwijfeld ook gebeurd. Losse middeleeuwse bakstenen worden in het dorp her en der gevonden: de vroegere Warmondse boeren moeten dit afbraakmateriaal voor allerlei doeleinden dankbaar hebben gebruikt.
Aardewerk
Tijdens het onderzoek op het kasteelterrein vonden de archeologen ook aardewerk. Net als de bakstenen helpt dit om de ouderdom van het verdwenen bouwwerk te bepalen.
Het oudste gevonden scherfje aardewerk was een stuk van een kan van protosteengoed (uit Duitsland), dat ergens tussen 1225 en 1275 moet zijn vervaardigd. Verder vonden de archeologen vooral rood- en grijsbakkend aardewerk, dat voornamelijk uit de 13de en 14de eeuw dateert.
Op grond van de datering van de bakstenen en het aardewerk lijkt kasteel Alkemade niet lang te hebben gestaan: van 1225-1275 tot ca. 1400, dus ongeveer anderhalve eeuw!
Wat betekenen de resultaten van het archeologisch onderzoek voor onze kennis van de geschiedenis van kasteel Alkemade?
Het was al bekend, dat ene Dirk van Alkemade rond 1281 het gebied dat later het ambacht Alkemade zou heten, wist te kopen. Maar het kasteel wordt pas in 1304 voor het eerst vermeld. Dirks zoon Hendrik van Alkemade (†1314) bewoonde het toen. De vondst van 13de-eeuwse bakstenen en aardewerk maken duidelijk dat eerstgenoemde Dirk van Alkemade het kasteel al bewoonde. Hij kan het kasteel hebben gebouwd. Of misschien was een eerdere Dirk van Alkemade (vermeld tussen 1236 en 1244) de bouwer van het kasteel. Uit zijn tijd dateert het oudst aangetroffen aardewerk.
Hoe het kasteel aan zijn einde kwam, is niet precies bekend. Oudere schrijvers hebben gemeend dat het verwoest werd tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, maar bewijzen daarvoor ontbreken.
Veel waarschijnlijker is dat het kasteel werd verlaten en verwaarloosd. Halverwege de 14de eeuw kreeg de Leidse regio namelijk te maken met ernstige overstromingen. Het naburige Hemmeer, waaraan het kasteel was gelegen, liep zelf ook vol met water. Dit zal de kasteelmuren ernstig hebben bedreigd.
Daarnaast stierven de kasteelheren in dezelfde periode in mannelijke lijn uit. Het slot vererfde natuurlijk op een aanverwante familie – het geslacht Van Borselen –, maar deze Zeeuwse edelen woonden nooit in Warmond en zij zullen weinig naar het kasteel hebben omgekeken.
Toen de nieuwe kasteelheren uit het geslacht Van Borselen in 1406 op hun beurt in mannelijke lijn uitstierven, kwamen kasteel en ambacht Alkemade in handen van de graaf van Holland. Kort daarop, in 1416, wist de heer van Warmond het ambacht Alkemade door koop aan zijn bezittingen toe te voegen. Het kasteel, dat voorheen het bestuurlijk centrum van het ambacht Alkemade was geweest, had nu helemaal geen functie meer!
Het archeologisch onderzoek bevestigt dat het zo was. Want aardewerk van na 1400 werd er niet gevonden. Op kasteel Alkemade woonde duidelijk niemand meer.